Je persoonlijke adem is niet herkenbaar door DNA en in die zin onpersoonlijk, maar door het leven en dat begint al in de moederschoot, worden wij verschillend gevormd en dat heeft zijn weerslag op hoe wij ademen. Door onverwachte gebeurtenissen, een val, operatie, een ziekte waar niet goed mee is omgegaan of scheiding van de ouders, kortom ‘stress’, bouwen we na de geboorte een voor de adem ongewenste spierspanning op. De adem trekt zich vervolgens terug, of wordt gejaagd. Zo ontmoet de adem op zijn weg door het lichaam altijd stoorzenders, waar we ons niet bewust van zijn. De meeste mensen denken, dat ze natuurlijk ademen. “Zo ben ik geboren, zo heb ik het altijd gedaan. Zo is het toch goed”.
Als er gezondheidsproblemen ontstaan, wordt de link met de adem vaak niet gelegd. Gelukkig komt er steeds meer aandacht en begrip voor deze samenhang. Als dat inzicht is ontstaan, wil men vaak “goed” leren ademen, maar het gaat bij de adem niet om goed of fout. Het gaat er om de onbewuste adempatronen te ervaren en onderkennen. Zo kunnen we de weg terug te vinden naar onze oorspronkelijke adem.
Dat is een zoektocht en die moeten we allemaal op onze eigen wijze doen. Cornelis Veening en Ilse Middendorf hebben daar gereedschap voor ontwikkeld en een begrippenkader als leidraad. Dit gereedschap en begrippenkader kun je bij mij onderzoeken als je daar behoefte aan hebt.
Al meer dan 50 jaar zoek ik zelf een relatie tot mijn adem, als blazer en als zanger. Sinds ik het werk van Ilse Middendorf en later ook van Cornelis Veening heb leren kennen is de adem steeds meer een maatje voor me geworden, een levenspartner die altijd beschikbaar is.
Als “methoden” is hun ademleer bekend geworden onder de namen ‘Ervaarbare Adem’ en ‘Innerlijke adem’, maar Veening en Middendorf noemden hun inzichten uitdrukkelijk geen methode, maar een ontwikkelingsweg, een weg waarop de adem kan helpen een verhouding te vinden tot de krachten in je zelf en die van aarde en kosmos.