Jaarlijks is er op radio 4 een week lang de “Hart-en-ziellijst” te horen, met een stroom aan bijdragen van luisteraars die vertellen diep geraakt te zijn door specifieke muziekstukken.

De laatste jaren was op tv het boeiende programma “Kijken in de ziel” van Coen Verbraak te zien, waarin steeds een beroepsgroep zich in de ziel liet kijken.

Er zijn meer verwijzingen van het bestaan van een ziel in onze taal.

Met je ziel onder je arm lopen

Hij heeft me op mijn ziel getrapt

Moederziel alleen zijn

Ogen zijn spiegels van de ziel

Twee zielen, een gedachte

Eelt op de ziel hebben

In mijn jeugd werd een priester een zielzorger genoemd, een psychiater een zielenknijper.

In taal drukken we uit wat in ons leeft. Als er zoveel uitdrukkingen zijn waar het woord ziel in voorkomt, dan moet er toch wel zoiets zijn als een ziel.

In de oude culturen was het bestaan van de ziel vanzelfsprekend. Van de middelbare school herinner ik mij nog levendig hoe de leraar Grieks vertelde dat bij de Griekse dichter Homerus (800 v Chr.) het middenrif gelijk stond aan de ziel. In de strijd was het zaak de tegenstander in het middenrif te raken, dan was zijn ziel gedood. Als je iemand dus de adem beneemt, raak je hem in zijn ziel.

In de negentiende eeuw is het begrip ‘ziel’ wat op de achtergrond geraakt. Lichaam en ‘geest’ kwamen naast elkaar te staan. Voor veel mensen is geest en ziel hetzelfde. Ze ervaren niet dat er zoiets is als een ziel. Gaan we uit van de taal dan kennen we ‘zielig’, maar ook ‘geestig’, met alle twee een andere betekenis. Ziel en geest zijn kennelijk van elkaar te onderscheiden.

De adem wordt vaak beschreven als “brug tussen lichaam en geest”. In mijn werk ervaar ik geregeld dat de adem interactie tussen lichaam en geest op gang brengt. Een lijfelijke ervaring brengt ons op gedachten: ‘dit is fijn’, ‘dit doet pijn’, ‘zou ik misschien ziek zijn’. Dan spreekt de geest. Daarnaast kan een ervaring me diep raken en gevoelens oproepen die nauwelijks onder woorden te brengen zijn. Dan roert zich de ziel.

In vele talen is er etymologische verwantschap tussen adem en ziel. Het woord adem komt vanuit het Sanskriet, ‘âtman’ en betekent daar zelf, ziel, geest, diepere essentie van ik, bewustzijn. Het Latijn kent anima (ziel) en animus (geest). Animus betekent ook wind en adem. Dat geldt ook voor het Hebreeuws en het Grieks. In beide talen wordt hetzelfde woord gebruikt voor wind, geest en adem, in het Hebreeuws ‘ruach’ en in het Griekse ‘pneuma’. ‘Ruach’ komt vaak voor in combinatie met God. In het Nieuwe Testament wordt ‘pneuma’ vaak gecombineerd met ‘heilig’.

Als je het over de ziel hebt reageren mensen wel eens met: “Waar zit die dan?” Tot nu toe is het bestaan van een ziel inderdaad niet wetenschappelijk bewezen. Op “De anatomische les”, het schilderij van Rembrandt, zou te zien zijn hoe de epifyse verwijderd wordt uit het hoofd, belangrijk, want in de epifyse zou de ziel huizen. In de Middeleeuwen werd het bloed gezien als zetel van de ziel.

De ziel zit niet op een specifieke plaats, denk ik, maar ons hele zijn, lichaam en geest, is er meer of minder van doortrokken. De mate waarin iemand zich met zijn ziel verbindt, verschilt per persoon.

Er is een indrukwekkende en aangrijpende documentaire over de tot standkoming van het oorlogskerkhof ‘Margraten’ bij Maastricht, onlangs opnieuw te zien t.g.v. de 75-jarige bevrijding.

In 1946 zijn de in 1944 in de haast begraven lijken opgegraven om naar de Verenigde Staten gebracht te worden, of om opnieuw in Nederland te begraven. Vijftien- en zestienjarige Limburgse jongens deden daar hun eerste werkervaring op. Een van hen zegt in de documentaire: “Je vergeet, maar het blijft in je lichaam”. Dat geldt voor vele grotere of kleinere trauma’s. In de adembehandeling kan het gebeuren dat door de aanraking van het lichaam een vergeten herinnering naar boven komt. Als die herinnering verwoord kan worden, komt de ziel tot leven.

De adem heeft dan lichaam, geest en ziel verbonden en dat is altijd weer een ontroerend moment.

“Mijn lichaam is geest en ziel en de adem is zijn taal”.

Ilse Middendorf

Zie ook: Hartmann Hinterhuber: Die Seele

Natur-und Kulturgeschichte von Psyche, Geist und Bewusstsein
Springer Wien/New York

In dit boek probeert Hartmann inzicht te geven in al die wetenschappen die zich richten op een beter begrip van het functioneren van de hersenen en het menselijk bewustzijn. Daarvoor duikt hij in de cultuurgeschiedenis van het begrip “ziel” en toont hij zich een kenner van de moderne neurowetenschap.